De Spelling van het Sarnámi

Het Sarnámi is sinds 1986 een gestandaardiseerde Surinaamse taal. In oktober 1984 werd een nationale ‘Spellingscommissie Sarnámi’ geïnstalleerd om tot een ‘fonematisch verantwoorde en praktisch hanteerbare spelling van het Sarnámi’ te komen. Dit, op initiatief van de Surinaamse overheid. In juli 1986 werd de spelling van het Sarnámi door de toenmalige regering van Suriname officieel gestandaardiseerd, vastgelegd in de Resolutie van 15 juli 19986, no. 4920, S.B. 1986 no. 41. Maar ondanks deze standaardisering van het Sarnámi wordt de taal helaas niet eenduidig door een ieder gespeld en geschreven. Er zijn talrijke spellingswijzen in omloop, gebaseerd op fonetische klanken van het Nederlands of onder invloed van het Hindi, gebaseerd op fonetische klanken van het Engels. Dit betekent dat door sprekers en gebruikers van deze taal eenzelfde woord op twee of meer verschillende wijzen worden gespeld. 

In deze cursus wordt dus de officiële spelling van het Sarnámi gehanteerd zoals die door de Surinaamse overheid is vastgesteld, zijnde de officiële spelling van deze Surinaamse taal. Echter, om praktische redenen wordt hiervan slechts in een enkel geval afgeweken. Dit is het geval bij de nasale klanken. Ik kies er voor om de nasale klanken te voorzien van een diakritisch teken om grote verwarring te voorkomen. Immers, gevreesd wordt dat de nasale klanken dan letterlijk op z’n Nederlands zullen worden uitgesproken, waardoor het woord een totaal andere betekenis krijgt die zelfs niet te herleiden is op het Sarnámi.  

Het Sarnámi is verwant aan Indiase talen en dus onderhevig aan een syllabeschrift. Dit betekent dat een klank twee letters omvatten. Omdat het Sarnámi niet in het Devánágari Schrift wordt geschreven is de taal fonetisch in het Romaans alfabet op schrift gesteld. Dit betekent dat de woorden fonetisch zijn getranscribeerd. Echter, in de omgangstaal worden sommige woorden verschillende uitgesproken. Soms fonetisch op klank gebaseerd en soms worden enkele klanken ingeslikt. Gekozen is om nu nadrukkelijk de meest gangbare vorm van een woord mee te nemen. Indien er een dubbelgebruik is, dan worden beide varianten meegenomen. 

Voor de duidelijkheid:

Een streep onder de n is een aanduiding van een nasale klank. Een streep onder de medeklinkers t, th, d, dh, r, rh, illustreert een retroflexe klank. Dat wil zeggen dat deze letters uitgesproken worden met een gekrulde tong. Het Sarnámi wordt uitgesproken zoals het geschreven is. Dit betekent dat in tegenstelling tot het Nederlands, dubbele medeklinkers ook dubbel worden uitgesproken.

De aanduiding van de lange ‘i’ en de lange ‘u’ worden conform de spellingvoorschriften uit 1986 niet meegenomen. Hierbij wordt aangenomen dat de spreker of lezer van het Sarnámi hiervan zelf bewust zal zijn en de uitspraak zal herkennen omdat het verschil met de korte ‘i’ en ‘u’ relatief niet zo vaak voorkomt. Voor de korte ‘a’ en de lange ‘á’ ligt dat anders. Immers, vanwege de fonetische spelling van een letter die twee klanken bevatten de ‘a’ vrij vaak voorkomt en niet altijd even gemakkelijk kan worden onderscheiden van de lange ‘á’.

Verder worden de nasale klanken voor de medeklinker ‘g’ eveneens niet aangeduid met een diakritisch teken. De combinatie van een medeklinker ‘n’ met een medeklinker ‘g’ tot een ‘ng’-spelling leidt automatisch tot een nasale klank. Dit geldt ook voor een ‘n’ voor de medeklinker ‘k’, maar hier wordt wel gekozen om een diakritisch teken te gebruiken omdat anders de woorden bij het nadrukkelijk uitspreken van de ‘n’ leidt tot een andere (soms ook niet bestaande) betekenis en archaïsch taalgebruik. 

 

 

 

Het Sarnámi Alfabet

 

 

Het geromaniseerde alfabet, geordend op de lettervolgorde volgende het Romaans Alfabet: 

 

Klinkers

a (kort)                                   zoals in bal (kracht)

á (lang)                                   zoals in dám (prijs)

ai                                             zoals in aisan (zo)

au                                           zoals in kaun (welk)

e                                              zoals in tel (olie)

i (kort)                                    zoals in dil (hart)

i (lang)                                    zoals in tin (drie)

o                                             zoals in os (dauw)

u (kort)                                   zoals in kul (geslacht)

u (lang)                                   zoals in dur (ver)

Nasaal

n                                             zoals in men (in)

ng                                           zoals in rang (kleur)

nk                                           zoals in ánkhi (oog), pankhá (waaier)

Klinkercombinaties

áe                                            zoals in jáe (gaan)

ái                                             zoals in gái (koe)

áo                                            zoals in jáo (ga)

áu                                           zoals in náu (barbier)

ei                                             zoals in deis (heeft gegeven)

eo                                            zoals in leo (neem)

ew                                           zoals in newtá (uitnodiging)

iw                                            zoals in jiw (leven)

oi                                            zoals in oisan (zo’n)

ui                                            zoals in sui (naald)

Medeklinkers

b                                              zoals in bandar (aap)

bh                                           zoals in bharal (vol)

c                                              zoals in cár (vier)

ch                                            zoals in chau (zes)

d                                             zoals in din (dag)

d                                             zoals in dorá (garen)

dh                                           zoals in dher (veel)

dh                                           zoals in dhire (zacht)

f                                              zoals in fáidá (voordeel)

g                                              zoals in gos (vlees)

gh                                           zoals in ghar (huis)

h                                             zoals in ham (ik)

j                                               zoals in jiwan (leven)

jh                                            zoals in jháru (bezem)

k                                              zoals in kakahi (haarkam)

kh                                           zoals in khel (spel)

l                                               zoals in lál (rood)

m                                            zoals in muh (mond)

n                                             zoals in nám (naam)

n(g), nk                                   zoals in rang (kleur, pankhá (waaier)

p                                              zoals in páp (zonde)

ph                                           zoals in phul (bloem)

r                                              zoals in rát (nacht)

r                                              zoals in per (boom)

rh                                            zoals in parhe (lezen)

s                                              zoals in sál (jaar)

sh                                            zoals in shánti (vrede)

t                                              zoals in tor (jouw)

t                                              zoals in tatká (vers)

th                                            zoals in thaili (zak)

th                                            zoals in thik (goed)

w                                             zoals in wajá (reden)

y                                              zoals in yár (vriend)

Achtergrond van het Sarnámi

Het Sarnámi is de moedertaal van de meeste Hindustanen[1] in Suriname en Nederland. De taal is ontstaan uit diverse Indiase talen die door Indiase contractarbeiders in de periode van de Contracttijd (1873-1916) uit het noordelijk deel van India werden meegenomen naar Suriname. Tussen 1873 en 1916 werden met 64 schepen 34.304 immigranten vanuit Brits-Indië naar Suriname gebracht, om te werken op de plantages in de kolonie.[2] Dit, naar aanleiding van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863. Tien jaar na de afschaffing van de slavernij bleek er een enorm tekort aan arbeidskrachten om de plantages draaiende te houden. De eerste pogingen om arbeidskrachten uit Nederland en China tewerk te stellen op de plantages mislukten en zocht de koloniale overheid haar heil in Brits-Indië, het huidige India. Na onderhandelingen met de Britten (zij waren reeds in 1843 begonnen met het importeren van contractarbeiders in hun koloniën) mocht de Nederlandse overheid in het noorden van India contractarbeiders werven.[3] En zo geschiedde het dat dankzij een strak wervingssysteem duizenden contractarbeiders via Calcutta naar Suriname werden verscheept. Met hun arbeidskracht werden ook hun eigenheden als taal, cultuur, klederdracht, voedsel en religie in dit deel van het Koninkrijk ingevoerd. 

Omdat de contractarbeiders geworven werden in een vrij uitgestrekt gebied, verspreid over honderden dorpen in de deelstaten Bihar en Uttar Pradesh, betekende dit dat de mensen niet uit een homogeen taalgebied kwamen. Ze spraken verschillende talen en dialecten die in de depots, tijdens de overtocht op het schip en op de plantages langzaam maar zeker samensmolten tot één omgangstaal die wij thans als het Sarnámi kenmerken. 

De Noord-Indiase talen die aan de basis stonden van het ontstaan van het Sarnámi zijn Bhojpuri, Awadhi en het Hindi. Echter, vooral het Bhojpuri is van groot belang voor de basis van het Sarnámi, omdat de meeste contractarbeiders uit Uttar Pradesh kwamen waar deze taal de gangbare taal was, en nog steeds is. In Suriname werd de taal vermengd en verder ontwikkelend, met invloeden van het Nederlands, het  Sranantongo en het Engels. Vooral in het district Nickerie, in het westen van Suriname, werd het Engelse woordenschat erg belangrijk in de Nickeriaanse variant van het Sarnámi. Er ontstonden nieuwe woorden die al dan niet in een versarnámiseerde vorm in het Sarnámi werden opgenomen. Zo is het Sarnámi een unieke taal geworden, met vormen die afkomstig zijn uit de verschillende Indiase talen, en een aantal eigen vormen die in de loop der jaren op Surinaamse bodem zijn ontstaan. Deze taal verrijkte zich vooral met veel invloeden op het vocabulaire, terwijl de syntaxis (de grammaticale vormen van de diverse brontalen) in Suriname werd vereenvoudigd en/of vermengd. Zo zijn de vrouwelijke en mannelijke uitgangen van zelfstandig naamwoorden verdwenen, zijn zinsconstructies op soms wel vijf verschillende manieren samen te stellen, spraakklanken zijn veranderd en hebben er bijzondere werkwoordvervoegingen plaatsgevonden die het Bhojpuri vermengd met het Awadhi. 

In mindere mate heeft ook een andere taal invloed uitgeoefend op het Sarnámi. Dat is het Urdu. Het gaat hier om louter religieuze woorden en typisch op de islam gebaseerde culturele uitingen die uit deze taal geïncorporeerd zijn door voornamelijk moslims, die het Sarnámi op deze manier verrijkt hebben. 

            Naast omgangstaal op straat en in huiselijke kring is het het Sarnámi niet gelukt een positie te verwerven in het onderwijs of bij officiële momenten op podia, in de media of in de tempels en moskeeën. Dankzij een emancipatie impuls die in Den Haag in 1977 begon onder aanvoering van de emancipatiebeweging Kollektief Jumpa Rajguru  (en die ook overwaaide naar Suriname) heeft de taal een status gekregen als een volwaardige Surinaamse taal. In 1986 is het Sarnámi bij Ministerieel Besluit[4] gestandaardiseerd en heeft de taal ook een literaire positie verworven omdat enkele schrijvers en dichters er gedichten en prozastukken in begonnen te schrijven. Helaas heeft de taal nog altijd een onderdrukte positie ten opzichte van het Nederlands, het Hindi en het Sranantongo. 

 

[1] In dit boek wordt de internationale spelling gehanteerd voor deze benaming, die in andere werken hoofdzakelijk gespeld wordt als Hindoestanen of Hindostanen. 

[2] De Klerk, C.J.M., De Immigratie der Hindostanen in Suriname, Amsterdam, 1953. 

[3] Het gebied waar de contractarbeiders mochten worden geworven staat bekend als de United Provinces in Noord-India en omvat de deelstaten Uttar Pradesh en Bihar. 

[4] Romaanse spelling van het Sarnámi, een beknopte uiteenzetting van de vastgestelde spelling, Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, Paramaribo, maart 1987.